Vertalingen dar el pego ES>NL
dar el pego (ww.) | afzetten (ww.) ; bedonderen (ww.) ; bedriegen (ww.) ; beduvelen (ww.) ; beet nemen (ww.) ; belazeren (ww.) ; besodemieteren (ww.) ; misleiden (ww.) ; oplichten (ww.) ; verneuken (ww.) ; zwendelen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `dar el pego`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: agarrarES: alzarES: amanecerES: burlarseES: colocarES: dar salidaES: defraudarES: depositarES: desconectarES: destituir